MagazineExpo, Interview

‘BINNEN BUITEN’, een schildersdialoog tussen Maartje Elants en Emile Van Doren

Fotocredits: Selma Gurbuz.
Bij een lekker kopje thee en een dikke plak cake praten we over het nieuwste project van Maartje Elants (1977). Elants heeft zich in samenwerking met het Emile Van Dorenmuseum in Genk het voorbije jaar verdiept in het werk van de negentiende eeuwse landschapschilder Emile van Doren (1865-1949). Nog voor ik Maartje kan vragen hoe die samenwerking tot stand ik gekomen, steekt ze enthousiast van wal.

Het Emile Van Dorenmuseum kende ik al enige tijd. Ik ga er graag heen, en ben gaandeweg fan geworden van Emile Van Doren. Hij wordt in de algemene kunstgeschiedenis neergezet als een wat stoffige schilder, die bepaalde artistieke ontwikkelingen gemist zou hebben. Hij leefde natuurlijk in een periode waarin de kunst een stormachtige ontwikkeling doormaakte, en in dat licht gezien was was hij inderdaad niet de bevlogen kunstenaar die de avant-garde mee vorm gaf. De veranderingen die tussen pakweg 1880 en 1920 plaatsvonden binnen de schilderkunst zijn voor mij enorm inspirerend. De komst van de fotografie had een enorme impact op de vrijheid van de schilder. Hij hoefde niet langer de werkelijkheid weer te geven, hij mocht op zoek gaan naar wat er was voorbij de werkelijkheid. Dat moet een ongelooflijk spannende tijd zijn geweest. Die zoektocht is voor mij nog altijd van belang. Ik heb fotografie gestudeerd aan de Rietveldacademie in Amsterdam, en ook mijn schilderijen spelen zich af in het niemandsland dat ligt voorbij de fotografie. En nu ik de tijd heb gehad om mij in het werk van Van Doren te verdiepen, herken ik naast zijn onmiskenbare vakmanschap toch ook een enorme evolutie in zijn manier van schilderen. In zijn jonge jaren schilderde hij nog zoals zijn docenten hem dat geleerd hadden, maar door de jaren heen is hij steeds  vrijer en gedurfder beginnen werken. Zijn latere landschappen ademen een enorme vrijheid.

Je bent fotograaf van opleiding. Hoe kom je bij de schilderkunst terecht? 

Na mijn opleiding was het een zoektocht. Ik heb vanalles gedaan. Naast een baan bij het Rembrandthuis in Amsterdam maakte ik fotoreportages voor tijdschriften, deed ik aan beeldhouwen, tekenen, honderdduizend dingen. Maar al die tijd wist ik dat ik mijn vorm nog niet gevonden had.  Tot ik op een dag in het Van Goghmuseum een tentoonstelling zag met werk van van Edouard Vuillard. Het was een kleine tentoonstelling over het gebruik van de fotografie door de schilders van de Nabis. En het was alsof ik in één keer begreep hoe schilderen werkte, wat kunstenaarsschap was, waar mijn toekomst lag. Dat is inmiddels tien jaar geleden, een kantelpunt in mijn leven.

Fotocredits: Selma Gurbuz.

Inmiddels heb je het drukke Amsterdam verruild voor het rustieke Heks, hier in Limburg. Zoals Emile Van Doren vanuit Brussel zijn toekomst zocht in de landschappen rond Genk.

Ik ben natuurlijk geen landschapsschilder zoals hij, maar ik voel wel een heel sterke band met deze omgeving. Hier ben ik er pas achter gekomen dat ik eigenlijk geen stadsmens ben. Ik functioneer veel beter in een kleine gemeenschap. De anonimiteit die in mijn werk een belangrijke rol speelt is in wezen een zoektocht naar geborenheid. Bovendien zijn er in de buurt van Heks en in Heks zelf heel wat actieve mensen waar ik graag mee samenwerk. Mooie lokaties en geweldige modellen waar ik graag mee werk, inspirerende kunstenaars waar ik graag mee van gedachten wissel. Het artistieke leven hier past veel beter bij mij dan de culturele atmosfeer in Amsterdam. Dat heeft te maken met mijn persoonlijkheid. Hier in Limburg krijg ik de ruimte, hier voel ik mij gewaardeerd. 

Zie je deze grote tentoonstelling in het Van Dorenmuseum dan ook als een blijk van waardering?

Zo voelt dat zeker, ja. Het vertrouwen dat ze in me hebben, heeft me enorm gestimuleerd. Twee originele werken van Van Doren zijn twee maanden in mijn atelier geweest. Nog nooit heb ik zo uitgebreid het werk van een andere kunstenaar in detail kunnen bestuderen. Een enorme luxe en een groot voorrecht, waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Door het intensief bestuderen van zijn verfstreek, zijn kleurgebruik en zijn technieken heb ik niet alleen de schilder Van Doren leren kennen, maar ook een beetje de mens Emile. 

Heeft het je dan ook nieuwe inzichten opgeleverd voor je eigen manier van werken?

Voor dit project ben ik heel ver buiten mijn comfortzone gegaan. De schilderijen die ik voor dit project heb gemaakt zijn heel groot, véél groter dan ik normaal gesproken maak. Onder invloed van Van Doren ben ik vrijer gaan werken, gelaagder, wilder zelfs. Ik ben een geordende chaoot, ik dwing mezelf heel gestructureerd te werken, juist omdat ik weet dat daar voor mij uiteindelijk de vrijheid ligt. Van Doren heeft me laten zien dat er ook andere, minder gestructureerde mogelijheden zijn. Dat vind ik geweldig, en het is voor mij het beste bewijs dat Van Doren een belangrijk schilder is. Als een negentiende eeuwse landschapsschilder een collega uit de eenentwintigste eeuw kan uitdagen en grenzen doen verleggen, is hij in mijn ogen nog altijd relevant. Daar ben ik hem dankbaar voor. 

Wil je deze intieme wisselwerking graag zien? Dat kan vanaf 22 mei in het Emile van Dorenmuseum. Meer info vind je via de website van het museum.