MagazineInterview, Nieuws

VLAAMSE BEURZEN EN PROJECT-SUBSIDIES VOOR LIMBURGSE KUNSTENAARS

Joke Hansen. Installatiezicht Blame it on the Boogie. Courtesy de kunstenaar en The Whitehouse Gallery.

Vijf betrokkenen uit de Limburgse beeldende kunstwereld ontvingen in 2023 niet-structurele subsidies van de Vlaamse Gemeenschap: Ruben Castro, Anneleen Steenbergen en Thomas Willemen werd een beurs voor opkomend talent toebedeeld, KRIEG? en Joke Hansen ontvingen een projectsubsidie. Kunst- zetter interviewde vier van de gelukkigen.

DE KUNSTENAAR OF KUNSTENORGANISATIE

RUBEN CASTRO werd geboren in Hasselt en volgde een bachelor in de architectuur aan de UHasselt. Zijn master behaalde hij aan Sint-Lucas in Gent, waar hij in 2014 afstudeerde. Daarna ging hij aan de slag bij het bureau van architect Christian Kerez in Zurich en was artist-in-residence bij de Jan van Eyck Academie in Maastricht. “Hoewel ik toen als architect aan het werk was, wou ik mijn eigen kunstenaars-personaliteit verder uitdiepen. Tijdens de residentie was ik omringd door een heel diverse poel van mensen: schilders, schrijvers, grafisch vormgevers, architecten. Mijn blik op wat architectuur kan zijn, is daar helemaal opengebloeid.” Sindsdien is Ruben zowel met architectuur als kunst bezig. Zelf beschouwt hij dat als één praktijk.

Ruben Castro. Courtesy de kunstenaar.

“Voor mij gaat het om de ervaring, om de wisselwerking tussen een persoon en het werk. Het doet er niet toe of dat werk een schilderij is of een gebouwde ruimte. Ik ben gefascineerd door het eerste moment dat iemand in aanraking komt met een werk en het intuïtieve gevoel daarbij.” Ruben verwijst naar een quote van Luis Barragán, een architect in Mexico: “Don’t ask me about this building or that one, don’t look at what I do, see what I see.” “Dat is wat ik wil bereiken met mijn werk. Iemand anders vanuit jouw perspectief naar de wereld laten kijken, is het meest intieme dat je met iemand kan delen.”

“Iemand anders vanuit jouw perspectief naar de wereld laten kijken, is het meest intieme dat je met iemand kan delen.

ANNELEEN STEENBERGEN is afkomstig uit Sint-Truiden en woont in Hasselt. Ze behaalde een bachelor in interieur-vormgeving aan de LUCA School of Arts, alvorens verder te studeren in de vrije (beeldende) kunsten aan PXL-MAD (bachelor) en Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen (master). “Tijdens de studie interieurvorming stond het bewegen van de mens in een ruimtelijke context reeds centraal. Mijn interesse hierin werd tijdens mijn studies beeldende kunst en vooral na mijn afstuderen verbreed naar een interesse in de impact die maatschappelijke structuren (socio-politieke, economische en culturele) hebben op ons bewegen in de publieke ruimte.” Daardoor heeft het werk van Anneleen enerzijds een sterk conceptueel karakter, anderzijds is haar werk ook erg zintuigelijk en draagt het een uitnodiging in zich tot perceptie en aandacht van de toeschouwer. “Bewegingen en maatschappelijke structuren verweven zich in uiteenlopende ervaringen. In mijn werk onderzoek ik hoe ik bewegingspatronen in specifieke situaties kan materialiseren tot een nieuw verhaal en een uitnodiging tot ervaring. Het uiteindelijke medium krijgt vorm tijdens het proces en wordt vaak uitgevoerd in tijdelijke weergaven van performance tot video- of audio-installaties en tekst.”

JOKE HANSEN werd geboren in Bilzen, woont daar nog steeds en heeft een eigen atelier in Hasselt. Ze studeerde in 2011 af aan PXL-MAD en maakte haar grote doorbraak in 2021 met de groepsexpo STALEN, gecureerd door Koen van den Broek en eigen expo’s in Z33 en The Whitehouse Gallery. In diezelfde periode kocht de Vlaamse Gemeen- schap ook werk van Joke voor de collectie van het S.M.A.K. Joke staat erom bekend te werken met ‘shaped canvases’, doeken die afwijken van de klassieke, rechthoekige configu- ratie. “Toen ik pas afstudeerde, was ik veel bezig met col- lages, een heel fijne, speelse manier van werken, omdat je kan weghalen en bijplakken. Op een bepaald moment kwam ik op het idee om dat ook met de vorm te doen, omdat het doek volgens mij te veel overbodige narratieve informa- tie bevatte. Ik bedacht dat ik minder beeldmateriaal zou nodig hebben als de vorm zelf al veel informatie in zich zou dragen. Mijn werk begon toen een meer abstracte vorm aan te nemen en ging plots meer over de verftextuur en verfbehandeling en minder over wat er op het doek kwam te staan. Opeens had ik gevonden wat ik altijd al had wil- len doen.” Joke is niet de eerste kun- stenaar die werkt met ‘shaped canva- ses’, maar toch is haar werk uniek en herkenbaar. Typerend is de combinatie van een matuur en serieus karakter met een speelse en ludieke, soms zelfs car- tooneske, insteek. “Ik heb geprobeerd om vanuit een heel persoonlijke insteek er mijn eigen beeldtaal in te steken. Ik zoek altijd naar een bepaalde frictie, bijvoorbeeld door verrassende kleuren tegenover elkaar te zetten. Het is voor mij belangrijk dat ik zelf het beeld niet snel beu word.”

KRIEG? is een initiatief dat in 2016 werd opgezet door Stijn Maes. Sinds PIETER VERMEULEN de artistieke leiding overnam in november 2019, probeert hij het steeds meer als een ‘university gallery’ te profileren. “Een university gallery zoekt naar een dialoog tussen het artistieke programma dat het voorziet enerzijds en onder- zoek en onderwijs – in dit geval op PXL-MAD/Universiteit Hasselt – anderzijds. Dat is iets wat mij heel sterk ligt, omdat ik zelf in beide werelden actief ben: in de academische wereld als docent, in de professionele beeldende kunstensector als kunstcriticus en curator.” Artistiek onderzoek behoort volgens Pieter niet enkel academici toe. “Ik denk dat elke getalenteer- de kunstenaar ook een onderzoeker is. Daarom wil ik kunstenaars uitnodigen om hier hun werk te tonen op zo’n ma- nier dat de inhoudelijke aspecten van het werk geëxpliciteerd worden. Naast een tentoonstelling wordt vaak een onderzoeksprogramma uitgebouwd met sprekers, symposia en workshops met studenten.” Door de covidpandemie moesten de eerste projecten onder de artistieke leiding van Pieter noodge- dwongen online plaatsvinden en kwam de nieuwe werking pas goed op gang in het najaar van 2021, met een tentoonstelling van Wesley Meuris, en het voorjaar van 2022 met soloprojecten van Assaf Gruber en Grace Ndiritu. “Dat waren ambitieuze projecten die plaats- vonden op de campus, maar het mag niet louter voor insiders bestemd zijn. Het publieksgerichte aspect moet tel- kens behouden blijven.”

HET ONDERZOEK OF PROJECT

ANNELEEN STEENBERGEN vroeg een beurs aan om een onderzoek te voeren rond de beweging van bedelen. “Initieel was ik geïnteresseerd in de handeling an sich, maar tijdens het onderzoek ben ik mij steeds meer gaan verdie- pen in hoe mensen zich bewegen in de publieke ruimte die een situatie zoals bedelen inneemt. Het is een heel kort- stondig moment waarop de passant een keuze voorgeschoteld krijgt. Die keuze probeer ik vorm te geven.” Met haar beurs wil Anneleen onderzoeken hoe ze de bewegingspatronen die zich tij- dens specifieke situaties manifesteren en hun onderliggende maatschappe- lijke structuren in beeld kan brengen. “Een uitdaging daarbij is dat ik niet wil vervallen in een bepaalde anekdotiek. Daarom focust mijn onderzoek zich nu op de vraag hoe ik binnen concre- te situaties meer kan abstraheren en toch de toeschouwer voor een keuze kan stellen om te kijken en aandacht te hebben of om die uitnodiging af te slaan en niet te kijken. Door de geïn- dividualiseerde maatschappij waarin wij vandaag leven en de snelheid waarmee alles gaat, heb ik het gevoel dat wij dingen missen, aan ons voorbij laten gaan of er minder gevoelig voor worden. Ik heb het over de kleinigheden waarin vaak veel schoonheid of kwetsbaarheid schuilgaat. Het is die kwetsbaarheid en de urgentie daarvan die ik opnieuw aan het licht wil brengen.”

Anneleen Steenbergen. Hopefully not the first and preferably also not the last. Credits Quentin Lannes.

Beweging speelt ook een belangrijke rol in het onderzoek van RUBEN CASTRO. Toen hij in Haldenstein voor architect Peter Zumthor werkte, maakte hij zich- zelf een belofte. “Gedurende een jaar zou ik elke dag één tekening maken. Die tekeningen gaan van heel abstrac- te beelden tot zaken die portretten zouden kunnen zijn, zaken die een ge- moedstoestand reflecteren en teke- ningen met een soort van gelaagdheid die bijna doet denken aan textiel. Maar voor mij gaat het vooral om het eerste gevoel en om de beweging die direct uit de hand komt. Het zijn heel intuï- tieve tekeningen die heel snel gemaakt zijn, meestal met Koreaanse inkt. Met de beurs wil ik tijd krijgen om die te- keningen op een groter formaat uit te proberen en om dat proces te beschrij- ven en documenteren. Je gaat immers van een beweging met je hand naar een beweging met je hele lichaam, waar- door het op een bepaalde manier meer ruimtelijk wordt. Het is dat moment dat ik wil onderzoeken en beschrijven.”

JOKE HANSEN ontving een project- subsidie voor Plot holes, een project waarin ze twee zijsporen van haar werk met elkaar wil verbinden. “Ik vind dat ik niet alleen maar schilderkunst maak. Er zijn zijsporen die minstens even belangrijk zijn. Op een gegeven moment ben ik in mijn schetsboek ook cut-outs gaan maken en vond ik het boek een heel interessant karakter krijgen. Heel de brainstorming voor mijn werk tot stand komt, zit al in mijn schetsboek. Zo kwam ik op het idee om een boek te maken met fysieke cut-outs. Daarnaast had ik steeds meer het gevoel dat mijn werk, door het gebruik van dikke houten panelen, een soort sculpturaal karakter kreeg. Met dit project wil ik een kunstenaarsboek maken enerzijds en de cut-outs in het boek laten dialogeren met installatieve, paneelachtige sculpturen anderzijds.”

“Met dit project wil ik een kunstenaarsboek maken enerzijds
en de cut-outs in het boek laten dialogeren met installatieve, paneelachtige sculpturen anderzijds.”

De projectsubsidie voor KRIEG? heeft betrekking op twee projecten. In maart dit jaar werd een samenwerking opgezet met The Book Lovers, een initiatief van beeldend kunstenaar David Maroto en M HKA-curator Joanna Zielińska over kunstenaars die romans schrijven. Daarnaast werkt KRIEG? mee aan Agents of Concern – Images and Empathy, een hybride project over hoe beelden ons empathisch vermogen beïnvloeden, dat van 16 november 2023 tot en met 28 januari 2024 georganiseerd wordt op initiatief van artistiek onderzoeker Toon Leën. Het programma bestaat uit twee delen. Eén deel focust op het stilstaand beeld en bestaat uit een tentoonstelling in CC Hasselt met bijdragen van kunste- naars als Dirk Braeckman, David Claerbout en Tine Guns. Het andere deel focust op het bewegend beeld en omvat een tentoonstelling en conferentie in de PXL-MAD Gallery. “De conferentie vindt plaats binnen de tentoonstelling. Dankzij dit hybride format, dat bijzonder uniek is, zullen academici in dialoog treden met kunstenaars. Vanuit KRIEG? staan we in voor het publieksgerichte tentoonstellingsluik. De tentoonstelling bevat werken van onder meer Harun Farocki, Jelena Jureša, Rabih Mroué, Goda Palekaitė en Frank Theys.” Ook de huidige socio-politieke context wordt niet uit het oog verloren. “Tijdens de opening is er een lezing van artistiek onderzoeker Florian Göttke over het verbranden van beelden en een presentatie van de Oekraïense kunstenaars/onderzoekers Migle Bareikyte en Natasha Klimenko over de oorlog van Rusland in Oekraïne, die gepaard gaat met een hele ideologische beeldvorming.”

KRIEG? Poster Agents of Concern. Grafisch design door Niel Backx.

HET PROCES

Als freelance curator heeft PIETER VERMEULEN veel ervaring met het schrijven van subsidiedossiers. “Zo’n dossier in elkaar steken is geen evidentie. Maar hoe meer je het doet, hoe beter je erin wordt. Mijn belangrijkste advies: niet opgeven als er een negatief advies wordt gegeven, maar opnieuw indienen en het advies van de commissie ter harte nemen.” Pieter zetelt zelf in de commissie ‘transdisciplinaire en cross-sectorale kunsten’ en kan uit ervaring zeggen dat elk dossier serieus genomen wordt. “Het advies dat je krijgt is na lange deliberatie geformuleerd en is erop gericht om jou verder te helpen.” ANNELEEN STEENBERGEN is ervaringsdeskundige op dit vlak. Enkele jaren geleden diende ze reeds een aanvraag in, maar die werd toen geweigerd. “Misschien was dat niet zo slecht, het heeft mij tijd gegeven om mijn vraagstelling te verscherpen. De weigering was een uitdaging om nog harder te werken en na te denken wat ik precies wou doen.” Ook voor RUBEN CASTRO ligt daarin de sleutel. “Je moet jezelf de vraag stellen: waarvoor heb ik precies tijd nodig, wat wil ik onderzoeken of manifesteren als kunstenaar en waarom? Als dat duidelijk is, is het veel eenvoudiger om het dossier te schrijven.”

Om je onderzoek of project scherp te krijgen, is het volgens Ruben Castro belangrijk om met andere mensen in gesprek te gaan. “In Limburg is er onvoldoende uitwisseling tussen kunstenaars. Er zijn weinig plekken om die uitwisseling te faciliteren. Daarnaast zijn we als Limburgers misschien ook te bescheiden om mensen uit te nodigen of zelf elders op gesprek te gaan.” JOKE HANSEN beaamt en vult aan: “Het is heel belangrijk om een netwerk te hebben van professionele mensen die in jou geloven én die dat geloof op papier willen zetten. Dat maakt het gemakkelijker om de commissieleden te laten geloven in jouw dossier.”

Een ander advies dat JOKE HANSEN meegeeft, is je te laten begeleiden door iemand die weet hoe een dossier geschreven moet worden. “Ik heb de aanvraag voor mijn projectsubsidie samen met Lies Serdons van VONK opgesteld. Ik ben ervan overtuigd dat er in Limburg nog zulke mensen zijn, bijvoorbeeld op PXL-MAD, die ondersteuning kunnen bieden bij het schrijven van een dossier. In Limburg maken we te weinig gebruik van die mogelijkheden, omdat we niet weten bij wie aan te kloppen of omdat het in onze mentaliteit zit om dingen zelf te doen en geen hulp te vragen.”ANNELEEN STEENBERGEN maakte wel gebruik van externe expertise. “Ik heb deelgenomen aan de schrijftafels die door Kunstenpunt georganiseerd worden. Daarnaast heb ik het Limburgs Kunstenoverleg (LIKO) aangeschreven met de vraag of zij iemand als begeleider konden adviseren. Aan die twee hulpbronnen heb ik veel gehad. Verder raad ik aan om je te laten omringen met mensen die je dossier willen meelezen, waaronder ook mensen die daar totaal niets van kennen; zij kunnen zien of je dossier begrijpbaar is of niet.”

PIETER VERMEULEN belicht nog een belangrijk voordeel van het schrijven van een dossier. “Net zoals het samenstellen van een portfolio of het schrijven van een artist statement, is het een vorm van reflectie die heel verschillend is van wat je denkt dat er in je hoofd omgaat. Het is pas wanneer je je gedachten onder woorden brengt, dat je echt aan het denken bent.” Dat dossier hoeft trouwens niet onmiddellijk op Vlaams niveau te zijn. “Je hebt toch een drietal jaar nodig om een professioneel portfolio op te bouwen. Maar voordien kan je wel al middelen aanvragen op lokaal niveau. Zeker jonge kunstenaars zou ik aanraden om in eerste instantie bij hun gemeente of stad aan te kloppen voor financiële steun.” JOKE HANSEN onderstreept: “Als je niets vraagt, heb je niets en geraak je professioneel niet snel verder. Als je echt inhoudelijk verder wil gaan met je werk, dan heb je financiële ondersteuning nodig.”

TOEKOMSTPLANNEN EN AMBITIES

JOKE HANSEN staat naar eigen zeggen verder dan ze ooit had kunnen denken, maar de honger om te groeien is nog duidelijk aanwezig. “Voor mijn solotentoonstelling bij The Whitehouse Gallery dit jaar (Blame it on the Boogie van 10 september t.e.m. 15 oktober 2023; red.) heb ik voor het eerst een totaalinstallatie kunnen maken in de oude gymzaal die deel uitmaakt van de galerie. Daar zit ook mijn grootste ambitie: het maken van totaalinstallaties waarmee ik mijn eigen verhaal kan vertellen. Daarnaast hoop ik in de toekomst een buitenlandse galerie te vinden om mij te vertegenwoordigen, zoals ik in België al goed vertegenwoordigd wordt door The Whitehouse Gallery.” Plannen om weg te trekken uit Limburg zijn er niet. “Met de rust in Limburg, vind ik het zalig om hier te werken. Ik ken verschillende kunstenaars die in Antwerpen en Brussel wonen voor wie het daarom niet per se goed lukt. Het heeft meer te maken met je persoonlijke ambitie en met zelf het initiatief durven nemen. Mensen die ik persoonlijk uitnodig, vinden het absoluut geen probleem om tot Limburg te komen. Maar wij moeten wel de eerste stap zetten. Daarnaast kunnen initiatieven zoals KALF (een werk- en toonplek voor jonge kunstenaars in het voormalige slachthuis van Hasselt, red.) en VONK er wel voor zorgen dat Limburg aantrekkelijker wordt voor mensen van andere provincies in Vlaanderen”.

Ook voor ANNELEEN STEENBERGEN is werk kunnen maken én tonen haar ambitie. “Mijn werk heeft toeschouwers nodig. Ik werk veel met performance, ervaring en beleving, dan heb je een publiek nodig.” Na haar bachelor in de vrije kunsten aan PXL-MAD trok ze naar Antwerpen voor haar master. Maar nadien keerde ze terug naar Limburg. “Wegtrekken uit Limburg is niet aan de orde. Ik heb wel lang gezeten met de vraag of ik mezelf als kunstenaar meer au sérieux kan nemen als ik mij in Brussel of Antwerpen zou vestigen. Maar ik geLoof niet dat de locatie de kwaliteit van mijn werk beïnvloedt.”

“Ik heb wel lang gezeten met de vraag of ik mezelf als kunstenaar meer
au sérieux kan nemen
als ik mij in Brussel of Antwerpen zou vestigen. Maar ik geloof niet dat de locatie de kwaliteit van mijn werk beïnvloedt.”

RUBEN CASTRO richtte in 2021 Studio Ruben Castro op in Brussel. “Ik hou van de stilte, maar ook van de stad. Ik ben graag op een plek van waaruit ik gemakkelijk naar andere steden kan reizen met de trein. Van hieruit ben ik heel snel in mijn fotoatelier in Parijs. Maar ik ben niet volledig weggetrokken uit Limburg. Ik heb nog een kleine studio in Hasselt die ik heel graag behoud.” Rubens ambitie is om zelfreferentieel te worden in zijn werk. “Een bepaalde tekening die ik nu heel intuïtief gemaakt heb, zou later de aanleiding kunnen zijn voor een architectuurproject. Dat vind ik heel interessant in een werk: dat de referentie niet komt van andermans werk, maar van je eigen werk en jouw perspectief op de wereld”.

“Je kan denken aan Hasselt als zich in
de marge bevindend van de kunstwereld in Vlaanderen, of je kan vanuit de euregio vertrekken en zien dat Hasselt daar heel gunstig gelegen is
.”

Ook PIETER VERMEULEN merkt op dat Hasselt zich niet in het centrum van de Vlaamse kunstwereld bevindt. Bovendien bevindt de campus van PXL-MAD zich enigszins in de periferie van Hasselt. “Dat maakt het niet evident om publiek te bereiken. Het openen van onze deuren is niet voldoende. Daarom willen we aan de hand van samenwerkingsverbanden en dialoog met partners proactief op zoek gaan naar verschillende publieken.” Volgens Pieter vereist het ook een andere mindset. “Je kan denken aan Hasselt als zich in de marge bevindend van de kunstwereld in Vlaanderen, of je kan vanuit de euregio vertrekken en zien dat Hasselt daar heel gunstig gelegen is, vlakbij steden als Maastricht, Aken, Genk en Luik, met tal van interessante activiteiten, instituten, kunstenaars en curatoren. Het is in dat opzicht dat we ons opnieuw moeten profileren. Vanuit KRIEG? organiseren we al netwerkmomenten met mensen uit de euregio, vaak nog informeel, maar op termijn willen we dat meer consoli- deren.” Verder staat voor KRIEG? een kleine koerswijziging in de werking voor de deur. Op dit moment is Pieter Vermeulen degene die de organisatie artistiek leidt, terwijl het zakelijk luik wordt gedragen door de hogeschool. Tijdens de voorbije subsidieronde formuleerde de CJM-administratie het verzoek om meer transparantie te creëren in de zakelijke werking van KRIEG?. “Binnen dit en een half jaar willen we KRIEG? daarom verzelfstandigen tot een vzw die de artistieke werking op de campus kan faciliteren, als een soort van motor voor alle publieksgerichte activiteiten die op de campus plaatsvinden. Op die manier zoeken we naar meer autonomie en een breder draagvlak voor KRIEG? als university gallery, zowel binnen de hogeschool en universiteit als binnen het Vlaamse kunstenlandschap.”