MagazineAlgemeen, Nieuws

OFF-SPACES IN LIMBURG

© Werkhuis

Geen bloeiend kunstenlandschap zonder ‘off-spaces’! Kleinschalige non-profitorganisaties die zich in de marge van de beeldende kunstensector bevinden, zelf georganiseerde en/of door kunstenaars gerunde (tentoonstellings)ruimtes. In dit artikel zetten we de spotlight op de diverse en inspirerende ‘off-spaces’ die Limburg rijk is. Waar situeren ze zich? Waarom en hoe blijven ze bestaan?

LEEGSTAND = RUIMTE VOOR EXPERIMENT

Niels Kenis, algemeen coördinator van De Serre in Hasselt, verwoordt het ontstaan van De Serre (alsook andere off-spaces) zeer helder: “Hasselt (en bij uitbreiding de gehele provincie Limburg) had én heeft nog steeds nood aan multifunctionele ruimtes (die zich niet beperken tot één identiteit) waar jonge mensen hun ding kunnen doen. Elke Limburger met ook maar een beetje artistiek talent heeft de behoefte om naar Brussel, Gent of Antwerpen te verhuizen om het ‘te maken’. Simpelweg omdat er te weinig ruimtes zijn om zich te ontplooien, om te experimenteren of gewoon om gelijkgezinden te ontmoeten. Daarnaast heeft elke stad (in heel het land) te kampen met gebouwen die, al dan niet tijdelijk, leegstaan. Je kan ze maar beter (even) invullen. Beter dan leegstand, toch?”

Aanvankelijk was het idee voor De Serre om, samen met een heleboel talentvolle jonge mensen, het nachtleven in een leegstaand pand in Hasselt centrum te organiseren. De Serre draaide uiteindelijk uit op iets veel groters: een broeikas voor artistiek en creatief talent. Vandaag herbergt ze verschillende ruimtes, zoals een coworkingspace, een zeefdrukatelier, een donkere kamer, een podcaststudio, een clubzaal voor ‘nightlife’ en live concerten én een bar. De Serre beperkt zich niet tot de vier muren van het gebouw waarin ze gevestigd is, maar trekt er ook regelmatig op uit met evenementen en acties in de publieke ruimte.

Het Werkhuis, een andere off-space, werd opgestart door acht productdesigners (het Collectief GERAAS), die in hun zoektocht naar atelierruimte stootten op het leegstaande pand van de voormalige Trios bioscoop in Genk. Opgericht uit grote behoefte aan experimentele ruimtes en crossdisciplinaire samenwerkingen buiten de schoolmuren. Het Werkhuis is een multidisciplinaire, creatieve werk- en ontmoetingsruimte voor jonge denkers en makers. Ze organiseren expo’s in hun grote vitrine, workshops en concertjes en bieden atelierruimte en een creatieve hub voor jonge kunstenaars uit de regio. Ze fungeren als plek voor kruisbestuiving tussen lokale kunstenaars en studenten aan LUCA School of Arts campus C-mine.

“Er zijn te weinig ruimtes om zich te ontplooien,
om te experimenteren of gewoon om gelijkgezinden te ontmoeten. Daarnaast heeft elke stad te kampen met gebouwen die, al dan niet tijdelijk, leegstaan. Je kan ze maar beter invullen. Beter dan leegstand, toch?”

BROEIPLAATSEN VOOR NIEUWE IDEEËN

In deze proefterreinen ontstaan wel vaker vertakkingen voor nieuwe ideeën. Zo werd in het najaar van 2021 AfT opgericht in het ‘tiny house’ van Milan Gillard. Een tiny house gevestigd op de Crocodile Boulevard site, een onderdeel van een andere, welgekende off-space: Maison Florida. Voor deze off-space werd dus geen gebruik gemaakt van leegstand, maar werd er een eigen ruimte gecreëerd die ideaal aansloot bij de invulling van het experiment van de leden van AfT. Het tiny house was de eerste locatie van waaruit AfT projecten realiseerde. AfT’s eerste workshopreeks onder de naam How to live together? omvatte huishoudelijke taken die werden ondergesteld aan kunst. AfT organiseert voornamelijk workshops en evenementen waarbij leren centraal staat.

© AfT

HET NIEUWE KUNSTINSTITUUT

Het collectief Let’s Change, DON’T CHANGE is in de eerste plaats een vraagstelling. Een vraag van een groep kunstenaars gericht aan zowel de kunstcriticus of de curator van het grotere instituut, als aan de gewone tentoonstellingsbezoeker of de amateurkunstenaar. De vraag luidt: “Is er noodzaak tot verandering binnen de kunstwereld of is er juist nood aan een terugkeer naar het klassieke?” Binnen de artistieke wereld zal er nooit een gelijkgestemde visie op de toekomst zijn. Kunstenaars staan bekend om hun kritische houding tegenover de maatschappij, breken maar al te graag met de status quo en roepen daarom “Let’s Change!”. Tegelijkertijd stellen deze kunstenaars zich ook de vraag of die voortdurende vernieuwing wel nodig of steeds mogelijk is? Is het wenselijk om steeds opnieuw fundamenten af te breken die ons zo veel rust geven? Misschien toch maar “DON’T CHANGE…”

De vier kunststudenten van Let’s Change, DON’T CHANGE botsten tijdens hun studies steeds op dezelfde ergernissen en problematieken. Ook zij hadden nood aan ruimte om te experimenteren, om samen te werken, te onderzoeken en te tonen. Ze voelden zich vastzitten in een systeem dat zich voornamelijk focust op het individu, op de eigen praktijk en niet op cross-disciplinaire samenwerkingen. Een quote die ze daarbij zelf graag aanhalen, is: “Het nieuwe type kunstinsti- tuut kan geen kunstmuseum meer zijn zoals het tot nog toe steeds is geweest, maar zal helemaal geen museum meer zijn. Het nieuwe type zal meer op een energiecentrale lijken, een producent van nieuwe energie.” (uit Alexander Dorner, The Way Beyond Art: The Work of Herbert Bayer, 2017)

“Het nieuwe type kunstinstituut kan geen kunstmuseum meer zijn zoals het tot nog toe steeds is geweest, maar zal helemaal geen museum meer zijn. Het nieuwe type zal meer op een energiecentrale lijken, een producent van nieuwe energie.”

GOODWILL EN FINANCIËLE CREATIVITEIT

De meeste organisaties draaien dankzij enthousiaste, geëngageerde vrijwilligers en jonge mensen die samenwerken om een waardevolle plaats te verwezenlijken. In het Werkhuis in Genk zijn de residenten tegelijkertijd ook vrijwilligers. De gebruikers van de ateliers betalen een kleine maandelijkse bijdrage voor de onderhoud van het pand. Daarnaast organseren ze zelf evenementen en helpen ze in de organisatie. Vrijwillig dus, zonder financiële vergoeding, maar ze krijgen er een goede leerschool, een super fijne community en een geschikte werkruimte voor terug.

© LCDC, Stefanie De Bakker

Het collectief Let’s Change, DON’T CHANGE is creatief als het gaat om deelnemende kunstenaars van een vergoeding te voorzien. “Als onze eigen financiële middelen te klein zijn om de kunstenaars uit te betalen, proberen we op een andere manier een vergoeding te voorzien. Voor het eerste kunstenfestival in het Begijnhof, waarvoor we meer dan veertig participerende kunstenaars te vergoeden hadden, besloten we de kunstenaars uit te betalen in de vorm van een publicatie. Zeker niet ideaal, maar bij gebrek aan middelen hoopten we de kunstenaars zo toch iets waardevols voor de toekomst mee te geven.”

Sommige projecten worden gesubsidieerd door partners of dankzij samenwerkingen. Andere projecten worden budgettair zo klein mogelijk gehouden. Milan Gillard van AfT financiert projecten door de verkoop van ‘tools’. Dit kunnen publicaties zijn, maar ook heel andere zaken zoals meubilair of een kledingstuk waarmee je een gesprek kan aanknopen.

“De meeste organisaties draaien dankzij enthousiaste, geëngageerde vrijwilligers en jonge mensen die samenwerken om een waardevolle plaats te verwezenlijken. (…) Zonder financiële vergoeding dus, maar ze krijgen er een goede leerschool, een super fijne community en een geschikte werkruimte voor terug.”

SPREEK IDEEËN EN DROMEN UIT

‘De kracht van samenwerken’ is wat we onthouden uit onze gesprekken met de verschillende Limburgse off-spaces. De leden van het Werkhuis zeiden hierover: “Het belangrijkste dat we dit jaar geleerd hebben, is dat je ideeën en dromen moet uitspreken en er gewoon moet aan beginnen! We vonden elkaar in een gemeenschappelijk doel door er met elkaar over te praten. We begonnen er aan hoewel we nog niet echt goed wisten waaraan precies, maar het leidde uiteindelijk tot het Werkhuis. Door samen te werken, konden we ook verder kijken dan ons eigen belang; zo kon er een creatieve broedplaats ontstaan voor meer gelijkgestemden.”