Magazine › Expo, Interview
“Ik wou niet alleen laten zien wie Ingrid Deuss Gallery is, maar ook wie Ingrid Deuss is.”Een bloedmooi, doodeerlijk interview met Ingrid Deuss over ‘Ingrid Deuss cureert’
Van 15 januari tot en met 11 maart kan u in CC Maasmechelen de expo ‘Ingrid Deuss cureert’ bewonderen. Drie zalen, drie fotografen en drie segmenten van fotografie, maar ook: drie zijden van wie Ingrid Deuss is. Afkomstig uit Maasmechelen, verhuisde ze jaren geleden naar Antwerpen om er te werken en te wonen. Meer dan 45 exposities in haar eigen ‘Ingrid Deuss Gallery’ later, kreeg ze de vraag om ook in “haar” Maasmechelen een expo te cureren. Het resultaat is een eigenzinnige doch toegankelijke expo waarbij ze erin slaagt het DNA van haar galerie in Antwerpen te vatten én tegelijkertijd te overstijgen. Oh ja, die galerie heet weldra ‘Deuss Gallery’ – daarover meer op het einde van dit interview. Maar eerst terug naar de expo.
Beste Ingrid, hoe belangrijk is het voor u om in Maasmechelen te mogen cureren?
Ingrid: Het is emotioneel een heel belangrijke tentoonstelling voor mij. Ik kom uit Boorsem, een deelgemeente van Maasmechelen. Ik ben heel trots op mijn roots, maar toch ben ik niet meer vaak in Limburg. Mijn ouders leven niet meer en zelf werk en woon ik in Antwerpen. Ik vond het heel fijn om terug naar mijn hometown te gaan en ook het contact met enkele mensen terug op te pikken. Ik heb het gevoel dat ik daar nood aan had. Het was ook bijzonder fijn samenwerken met de mensen van CC Maasmechelen. Het is een prachtig cultureel centrum met mooie zalen, een indrukwekkende programmatie en mensen die bevlogen zijn van kunst, zoals Eef Proesmans (algemene artistieke en zakelijke leiding van CC Maasmechelen, red.) en Marc Milissen (curator en bestuurslid van CC Maasmechelen, red.). Ik voelde mij meteen thuis.
In de expo geeft u ruimte aan drie fotografen. Voor mensen die Ingrid Deuss Gallery volgen, zal het werk van de Nederlandse kunstfotograaf Joost Vandebrug bekend in de ogen blinken. Wat maakt zijn werk zo speciaal voor u?
Ingrid: Joost en ik hebben elkaar leren kennen nadat hij met zijn documentaire over straatkinderen in Boekarest (‘Bruce Lee and the Outlaw’) verschillende documentairefestivals had bezocht. Die documentaire is zo hard binnengekomen bij mij, dat ik niet anders kon dan dat verhaal ook in mijn galerie tentoon te stellen. Daarna heb ik nog twee andere solotentoonstellingen gedaan met Joost. De laatste tentoonstelling (‘Exhilarating’) is degene die je ook in Maasmechelen ziet. De expo vindt zijn wortels in een jarenlange reis van Joost langs de rivier de Donau en gaat over de mentale toestand waarin iemand zich op bepaalde momenten in een dag kan bevinden.
Wat ik ongelooflijk goed vind in het werk van Joost, is zijn traagheid in het nemen én maken van een foto – twee totaal verschillende zaken. Foto’s nemen doen we allemaal. We nemen onze smartphone, klikken, finetunen het resultaat een beetje en zijn klaar. Een foto maken is iets anders. Het gaat over de keuze van ontwikkeling, de keuze van printen, de keuze van papier en de keuze van framing. Joost maakt bijzonder mooie keuzes.Hij heeft een systeem waarbij hij de emulsielaag in de print er kan aftrekken. Die emulsielaag transformeert hij op Japans papier. Letterlijk legt hij laag op laag. Daardoor bevat zijn werk ook onvolmaaktheden en is het bijzonder tactiel. Al die dingen maken dat Joost zijn werk heel goed past binnen het DNA van Ingrid Deuss Gallery.
Hoe zou u dat DNA zelf omschrijven?
Ingrid: Het DNA van Ingrid Deuss Gallery gaat voor mij over de ambachtelijkheid en traagheid van fotografie, en ook over gelaagdheid en het tactiele. Ik ben een heel tactiel ingesteld persoon. Ik hou van het gevoel een tijdschrift in handen te hebben, de geur van boeken, het live ervaren van een kunstwerk. Enkel in een galerie of museum kan je zien hoe een foto gemaakt is, zie je de onvolmaaktheden en verschillende lagen in een werk. Op die manier krijg je als kijker de mogelijkheid om je eigen verhaal in het werk te herkennen en dingen zelf in te vullen. Dat vind ik heel belangrijk.
De expo van Jacob Ulens gaat over documentairefotografie en lijkt op het eerste zicht minder te passen binnen het DNA van uw galerie. Waarom heeft u voor zijn werk gekozen?
Ingrid: Ik breng normaal geen documentaire- of reportagefotografie. Via mijn broer (Peter Deuss, producent in de podiumkunsten, red.) ben ik in contact gekomen met Jacob, een fotograaf-historicus. Hij had in het stadsarchief van Antwerpen 5000 glasnegatieven ingescand van crime scenes uit de jaren 30. Waar Jacob dit vanuit een historisch perspectief bekeek, zag ik vooral de schoonheid van deze pure en eerlijke vorm van fotografie. De titel van zijn expo (‘Bloedmooi. Doodeerlijk’) is dan ook perfect gekozen. Ik dacht: als ik die foto’s uit hun context trek en ze een waardige plek geef om tentoon te stellen, dan zal het publiek de foto’s anders bekijken. Tijdens de opening merkte ik dat iedere toeschouwer er iets uithaalt dat voor hem of haar herkenbaar is. In die zin bevat ook het werk van Jacob de gelaagdheid waar ik in mijn galerie naar op zoek ga. Met de keuze voor Jacob had ik bovendien het gevoel een antwoord te kunnen bieden op de vraag van CC Maasmechelen om in de expo ook iets voor het ‘grote publiek’ te tonen. Ik vind van mezelf dat ik er heel erg in geslaagd ben om een toegankelijke expo te maken die toch het DNA van Ingrid Deuss Gallery bevat.
Tegelijkertijd wilt u met deze expo ook buiten het DNA van uw galerie treden. Heeft u er daarom voor gekozen om ook werk van modefotograaf en regisseur Bjorn Tagemose tentoon te stellen?
Ingrid: Ik toon twee shows die hij maakte voor de collectie van Walter Van Beirendonck en een show die hij op vraag van Walter Van Beirendonck gemaakt heeft voor de modeacademie in Antwerpen. De shows zijn een combinatie van mode, film en luide muziek. Op die manier wil ik een tegenwoord bieden aan, en in dialoog gaan met, Maasmechelen Village dat aan de overkant van het cultureel centrum ligt.
Bovendien wou ik niet alleen laten zien wie Ingrid Deuss Gallery is, maar ook wie Ingrid Deuss is. Naast de galerie heb ik nog een andere job in de mode- en reclamesector. In die sector werk ik al heel lang samen met Bjorn. Mode en reclame worden nog vaak als iets plat commercieel beschouwd. Ik werd daar in de beginjaren van mijn galerie ook heel erg op afgerekend. Maar alles wat er gebeurt binnen de Antwerpse modeacademie en het werk van Bjorn is zodanig straf, dat ook zij ruimte verdienen om gezien te worden buiten de commerciële context. Ik vind dat je als toeschouwer moet durven uit je comfortzone gaan van wat je wel of niet mooi vindt en dat je moet leren kijken op een andere manier. Toen ik Jan Hoet senior enkele jaren voor zijn dood heb leren kennen, zei hij tegen mij: “je gaat mensen terug moeten opvoeden in fotografie.” Dat is een advies dat ik heel dicht bij mij neem.
Dat laat zich duidelijk zien en voelen in de expo en in uw galerie. Toch verkiest u niet te spreken over een expo in fotografie of over een fotografiegalerie. Vanwaar die voorkeur?
Ingrid: Zowel in de expo als in mijn galerie toon ik werk van artiesten die fotografie gebruiken als een medium om iets mee te creëren. De uiteindelijke creatie is soms zodanig ver verwijderd van de oorspronkelijke foto’s, dat je kan discussiëren of het nog wel fotografie is. Maar eigenlijk interesseert dat me niet. Ik hou niet van hokjesdenken. In plaats daarvan denk ik graag over hokjes en sectoren heen. Daarom heb ik besloten om de diversiteit van wie ik ben nog meer te omarmen. Vandaag kennen sommige mensen mij enkel als iemand die actief is in de commerciële wereld, terwijl anderen mij enkel kennen uit de galeriewereld. Met de nakende rebranding zullen al deze aspecten gebundeld worden onder de noemer van Ingrid Deuss: Deuss Production, Deuss Agency én Deuss Gallery. De volgende keer dat u hier binnen stapt, zal de galerie dus anders heten.